Omzien naar elkaar
In de kerkelijke gemeente is er pastorale zorg. Pastoraal betekent ‘herderlijk’. Dit gaat uiteindelijk terug op Jezus Christus zelf die zich de Goede Herder noemde. En eigenlijk gaat het nóg verder terug, naar de profeten van het oude Israël die over God als een Herder spraken. In de kerk streven we ernaar om op elkaar betrokken te zijn en te blijven en met elkaar mee te leven in vreugde en verdriet. Dit doen we door elkaar te bezoeken, door kaarten te sturen, bloemen bij mensen te brengen en op nog meer andere manieren.
In pastorale gesprekken wordt samen stilgestaan bij dat wat aandacht nodig heeft. Samen nadenken over bijbelwoorden en/of bidden kan erg behulpzaam zijn in een pastoraal gesprek, maar vormt geen ‘verplicht onderdeel’. Een wandeling samen kan bijvoorbeeld ook een heel versterkende vorm van pastoraat zijn. De basis van dit systeem van onderlinge zorg zijn de zogenaamde ‘contactpersonen’. Ieder gemeentelid heeft een contactpersoon die gebeld kan worden om zaken door te geven of mee te overleggen. De contactpersonen streven ernaar hun ‘bezoekadressen’ minstens één keer per jaar te bezoeken, maar indien wenselijk kan dit natuurlijk ook vaker (bijvoorbeeld bij ziekte). Ook kunnen de contactpersonen de predikant attenderen op zorgen of ziekte in de gemeente, zodat hij desgewenst pastorale zorg kan verlenen. De contactpersonen worden aangestuurd en gecoached door de ouderlingen. De ouderlingen en predikant vormen samen het pastoraal beraad. Dit beraad fungeert min of meer als dagelijks bestuur van de pastorale zorg in de gemeente.
Ieder gemeentelid kan ook rechtstreeks een beroep doen op predikant of ouderlingen voor pastorale ondersteuning. Als Dorpskerk zien we de roeping om een pastorale kerk te zijn niet alleen in de verantwoordelijkheid die we voor elkaar dragen, maar ook naar mensen toe met wie we hier wonen en leven en die niet lid van de Dorpskerk zijn. Daarom geven we bewust één keer per maand de zondagse bloemen aan iemand in Schaarsbergen die niet lid is van de Dorpskerk maar wel een bloemetje kan gebruiken. Dit noemen we ‘de buurtbos’.