Wij lezen Lukas 22: 14 t/m 20. In een heleboel opschriftjes in onze Nederlandse vertalingen staat boven dit bijbel gedeelte: “het Heilige Avondmaal”, “instelling van het Avondmaal”, “het laatste Avondmaal”. Merkwaardig eigenlijk deze opschriftjes, want Jezus zegt tegen de 12 discipelen:
“Ik heb er hevig naar verlangd dit Pascha/Pèsachmaal met jullie te eten,eer ik lijd”.
Voor ons gaat het dan dus vandaag om de vraag: hoe vierden ze toen dat Pèsachmaal van de bevrijding? Waarom staat hier bij Lukas eigenlijk dat er 2 keer sprake is van een beker wijn die rondgaat? (vers 17 en 20). Dát moet toch te maken hebben met de viering van de Pèsachmaaltijd.
Wat betekent dat in de bijbel ten diepste “de beker a a n g e r e i k t krijgen? En wat zouden de discipelen gedacht hebben bij die woorden van Jezus als Hij zegt met het brood in zijn hand “dit is mijn lichaam voor u?” En wat denken wij als wij in deze viering brood en wijn a a n g e r e i k t krijgen? Wat gaat er dan door ons heen? Vroeger leerde ik dat het daarbij maar om één woord ging: “verzoening!”. Wat leert de Joodse Pèsachviering ons?
Ouderling van dienst: Niels van Hunen
Organist: Michiel Vanhoecke
Cantorij: Ja
1e Collecte:
voor de diaconie over te maken op: NL51RABO0303918276 tnv Diaconie
2e Collecte:
voor het onderhoud van gebouwen en terreinen: NL91RABO0303919981 tnv P.G. Schaarsbergen